21.
Op het einde van Juli
was het plotseling optreden der cholera
kende, was het uitbrengen van een rapport overbodig. Intusschen
gaf het gehoorde op een der vergaderingen n.l. de rede van
den Parijschen Ingenieur Duband-Claye Sur l’assainissement
de la Ville de Paris, den Heer Moet aanleiding op een Alge-
meene Vergadering, na afloop der gewone Novemberbijeenkomst,
een voordracht te houden Over zelfzuivering van grond en
„water en over het Liernurstelsel.” Spr. begon met een over
zicht te geven over hetgeen in oude tijden met betrekking tot het
verwijderen van menschelijke faecalien gedaan is en knoopte
daaraan een historisch overzicht van de geschiedenis der riolen te
Parijs, tot op hun tegenwoordigen staat. Verschillende commis-
siën werden indertijd aldaar benoemd, ten einde den Prefect te
adviseeren over de beste wijze van afvoer der faecaliendie
tegenwoordig met hemel- en menagewater vermengd, door de
rioolen stroomen en de vlakten van Gennevilliers besproeien,
ten einde deze voor verschillende cultures geschikt te maken,
terwijl het water, door den bodem gezuiverd, van zijn schade
lijke bestanddeelen ontdaan zou zijn. Spr. stelde de nadeelen van
dit systeem, het zoogenaamde „tout a l’égout”, in het licht,
zoowel uit een hygiënisch als economisch oogpunt. Daarna
werd door hem hét Liernurstelsel, zooals het tegenwoordig in
Amsterdam in toepassing gebracht is, verklaard en gewezen op
de deugdelijkheid van dit stelsel, zoowel van de praktische als
de hygiënische zijde. Al mochten de financieele resultaten in
het begin niet aan de verwachting beantwoord hebbenspreker
was in staat mede te deelendat thans door de ontwerpers aan
de Gemeente was aangebodende exploitatie geheel zonder nadeel
voor de Gemeente te mogen overnemen. Onnoodig te zeggen,
dat deze voordracht door de aanwezige leden met belangstelling
gevolgd werd, hoewel Spr. zich onthield een toepassing voor
deze Gemeente aan te bevelenwaar het tout a l’égout ook
ongeveer in toepassing is; behalve dat wij de besproeiingsvelden
missen en de stoffen zich in meerendeels niet stroomende kanalen
ontlasten.