21. Bijlage I. RAPPORT DER COMMISSIE tot onderzoek der gevolgen van hel spuien der stadsgrachten met zeewater. 1) G. J. Mulder. De natuur en lucht van Amsterdampag. 92 en 93. Amst. 1827. 2) Ibid. pag. 80. In de vergadering der Vereeniging tot bevordering van den gezond heidstoestand te ’s Gravenhagevan 10 Januari 1883werdnaar aanleiding van het aangegeven denkbeeldomter reiniging der grachten van 's-Gra- venhage, deze met zeewater te doen doorspoelen, zoo er geen mogelijk heid bestond zulks met zoetwater te doendit vraagstuk in handen gesteld van eene commissie, bestaande uit de HH. Dr. L. J. Egeling, Dr. B. Carsten en Dr. G. Th. A. Wolterbeek Muller, om te onderzoeken, in hoeverre eene doorspoeling met zeewater voor de gezondheid nadeelige gevolgen zoude kunnen hebben. Uwe commissie heeft door dezen de eer uwer vergadering het navol gende rapport uit te brengen. In de eerste plaats werd nagegaanwelke de gevolgen zijn van ver menging van zout en zoet water. Alle schrijvers, die zich met dit onderwerp hebben bezig gehouden, zijn het daarover eens, dat hierdoor een sterke ontwikkeling van zwavel waterstof ontstaat, en dat zulks aan ontbinding van organische zelfstandig heden in beide wateren moet worden toegeschreven. Eenvoudige vermen ging van gezuiverd zeewater en zoetwater geeft geen stank: alleen ontstaat deze, wanneer een van beiden organische bestanddeelen bevatten. Er wordt dan koolzuur koolwaterstof, ammoniakstikstof en azijnzuur gevormd, waarvan de stikstof en de koolwaterstof reukeloos zijn, doch zich in de lucht verspreiden en voor de gezondheid schadelijk zijn; terwijl het zee water, meer zwavelzuur bevattende, met de koolwaterstof en de zwavel der organische zelfstandigheden zwavelwaterstof doet ontwikkelen. Mulder deed koolwaterstof in een flesch en voegde er water uit het IJ

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1884 | | pagina 259