21. n on Hygiene and public Heralth destruction des espèces marines et de celles des eaux doucesest une condition favorable, entre toutes, a la production des effluves. Zie verder over dit onderwerp: Dr. H. 1'. A. Basse. „Gedachten over de natuur en behandeling der ziektendie gedurende de jaren 1826 1828 te Groningen geheerscht hebbendie zich op pag. 30 geheel in denzelfden geest uitlaat. Van Hasselt „Spuien met zeewater ’s Gravenhage 1883” pag. 8. C. A. Steifenzand. Das Malaria Siechthum in den Niederheinisehen Lander. Crefeld 1848. L. Fleury. Cours d'Hygiène Paris 1852. Vol. I. pag. 242 seqq. Prof. J. B. Fonssagrives. Hygiene et assainissement des villes. Paris 1874 pag. 43. A. H. Buck. New-York a Treatise (London 1872) pag. 435. Dr. L. PAppenheim. Handbuch der Sanitatspolizei Berlin 1859 Dl. II. p. 489. Welke schrijvers alien over dit onderwerp hetzelfde mededeelen. Uwe commissie meent als zeker te kunnen stellendat eene vermenging van zeewater met grachtwater den stank der grachten niet zal doen ver minderen, maar integendeel nog zal doen toenemen. Alleen dan, wanneer het water voortdurend in vrij sterke strooming wordt gehoudenzoude mogelijk de stank kunnen afnemen. Te Amsterdam waar de grachten in vroegere jaren in slechten reuk stondenis deze toestand aanmerkelijk verbeterdnadat de wmterverversching, hoewel ook met zeewater, langs de Nieuwe Vaart, met behulp van een krachtig stoomgemaal wordt bevorderden de strooming in de grachten wordt onderhouden. Hierbij verlieze men echter niet uit het oog, dat het zoute w’ater, door de kanaalwanden ook in den bodem trekt, daar het zoete water van den polder ontmoet, om zich daarmede te vermengen; waardoor na korteren of langeren tijd een met brakwater doortrokken bodem ontstaat waarvan de schadelijke gevolgen niet uitblijven. Ofschoon deze stank der grachten zeer onaangenaam is voor de reuk organen, zoo heeft uwe commissie toch gemeend een stap verder te moeten doen, en vooral te moeten nagaan, in hoeverre de vermenging van zout en zoetwater voor de gezondheid nadeelige gevolgen kan na zich slepen. Tal van schrijvers, zoo binnen als buiten ’s lands, heeft zich met dit onderwerp bezig gehouden en eenstemmig is het oordeel daarover zeer ongunstig. Uwe commissie heeft gemeend eerst te moeten onderzoeken, welke de gevolgen waren voor geheele landstrekenwanneer zij door zeewater

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1884 | | pagina 261