21. zeer kwaadaardige ziekten, dij eerst vermin- i ganscbe week Noordelijke stormen met slag- 1) Eisenmann. Die Krankheitsfamilie „Typosis” Wechselkrankheiten. Zurich 1839, bl. 33. overtoom te Schardam in den dijk gemaakt, groot genoeg om de buizen over te winden en in zee te laten. Dat jaar heerschten er j derdentoen in October een regens heerschten. In 1610 hooge watervloed in Noord-Holland en overstrooming, waar door de drooggemaakte polders onder water geraakten; 1610 en 1611 waren jaren waarin veel epidemische ziekten voorkwamen. Een bijgevoegde tabel geeft in Büchners boek de vloeden aan, die epidemische ziekten voorafgingen. In het verslag van de in 1826 te Groningen waargenomen ziekten, gegeven door de plaatselijke geneeskundige commissie (Groningen 1828) wordt er op gewezen dat volgens getuigenis van vele waarnemers de slijk of kleiachtige gronden, welke door een mengsel van zee- en zoet water, en dus door een verdund zeewater bevochtigd of overstroomd worden, het vruchtbaarst zijn in het voortbrengen van epidemische ziek ten, terwijl het verder opmerking verdient, dat de bekende epidemische ziekten van 1719, 1779 en 1826 telkens volgden op eene overstrooming van zeewater. Ten slotte zij hier nog het merkwaardige verhaal van Gaetano Geor- Gini medegedeeld, dat men in het Gemeenebest Lucca een aan de Midde- landsche zee gelegene moerassige vlakte heeft, die iets hooger ligt dan de oppervlakte der zee bij ebbe en iets lager dan den spiegel van het water bij gewonen vloed. Dagelijks werd dus deze vlakte door zeewater overstroomd en liep weder droog, waardoor zeer schadelijke uitdampingen werden in het leven geroepenwaardoor de landstreek als het ware een tooneel van zeer gevaarlijke en verwoestende ziekten werd. In 1774 werd het instroomen van zeewater in deze vallei door een sluis belet, en van dit oogenblik af verbeterde zich de toestand der bewoners zeer zichtbaar. De to.il nog zieken en kwijnenden herstelden zeer spoedig, en tal van jaren genoten de bewoners eene voldoende gezondheid en vermeerderde de bevolking aanmerkelijk. In 1768 of 1769 bezweken de sluisdeurendoordat zij niet voldoende onderhouden warenhet zeewater drong weder dagelijks in de vlakte binnenen de vroegere zoo kwaadaardige en vernielende ziekten traden weder optoen de sluisdeuren een volgend jaar weder hersteld waren, namen deze ziekten spoedig weder af. Hetzelfde werd in 1784 of 1785 nog eenmaal in deze streek waargenomen. Als vaststaande meent dus uwe commissie te mogen aannemendat

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1884 | | pagina 263