22. VERSLAG van den toestand en de exploitatie der Gemeenlegasfabriek te ’s-Gravenhage over het dienstjaar 1884. I. Beheer der Fabriek. Met het dienstjaar 1884 eindigde het 10de jaar der gemeente- exploitatie. De bij dit verslag gevoegde graphische voorstellingen van de gasproductie en het gasverbruik doen zien, dat de fabriek zich in eene doorgaande ruime vermeerdering van het gasverbruik mocht verheugen. Het maximum dagverbruik in het eerste jaar slechts 15,205 M.5, steeg in het 10de jaar tot 47,392 M.3. Op den 31sten December 1884 leverde de fabriek de verlichting aan 6708 gaeverbruikers tegen slechts 2903 bij de overname der fabriek voor rekening der Gemeente. Door de successievelijk aan de fabriek gegeven uitbreiding van het voortbrengingsvermogen was zij in staat steeds ruim in de behoefte te voorzienniettegenstaande de fabriek primitief werd opgericht voor een maxima dagproductie van slechts 35,000 M.3 een cijfer, toen als buitengewoon hoog en als schier onbereikbaar voorgesteld. Er blijft nu weinig meer te doen over om gereed te zijn voor eene maxima gasproductie van 60,000 M.3 per dag. Het beheer der gasfabriek bleef opgedragen aan Heeren Bur gemeester en Wethouders van 's-Gravenhage, ingevolge Raads besluit van 16 December 1879, bijgestaan door eene vaste Oom-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1884 | | pagina 267