25. zigd, dat voortaan elke school C, waar tevens Engelsch en Hoogduitsch werd onderwezen, niet meer dan 350, elke andere school C niet meer dan 280 en elke school D niet meer dan 250 leerlingen zou tellen. Nu toch alle scholen Cin verband met het groot getal restanten meer bevolkt waren dan volgens de verordening als regel was aangenomenwas het denkbeeld gerezenof het noodig of wen- schelijk mocht heeten dit getal weder op 200 terug te brengen, zoodra de nieuwe scholen er zouden zijn. Het getal 280, dat beter verband houdt met de voor deze scholen aangenomen verdee- ling in zeven klassenscheen daarboven de voorkeur te verdienen. De nieuwe school aan de Falckstraat (zie blz. 18 van het vorige verslag) is thans bijna gereedterwijl de 7de burgerschool (lste soort) overeenkomstig het ten vorigen jare gegeven advies der Commissie in het Kleine Veentje zal verrijzen, en wel op een daarvoor in de zitting van Uwen Raad van 8 Juli 1884 aangewezen terrein aan de Koningin-Emmakade. Deze laatste keuze schijnt der Commissie minder gelukkig toe. Gelijk zij in haar deswege aan het College van Dagelijksch Bestuur uitge bracht advies uiteenzette, achtte zij de afgelegen ligging in dit geval een bijzonder bezwaar, nu de geheele omtrek nog onbe bouwd is, ook naar de zijde van het Prins-Hendrikpleinen het daarom geheel onzeker is welk soort van huizen daar zullen komen te staanen welke categorie van bevolking daar zal komen te wonen. Het betrof hier, naar hare meening, een geheel ander geval dan bij den bouw der school voor onvermogenden aan de (in de onmiddellijke nabijheid van het bedoelde terrein gelegen) Roggeveenstraat: bij deze toch bestond gegronde verwachting, dat zij voor de naastbijwonende bevolking noodig zon blijken, eene verwachting, die door de ervaring niet was teleurgesteld. De Commissie meende dan ook, in weerwil van het mogelijk geldelijke voordeel, de keuze van dit terrein te moeten ontraden. Met de aanbesteding der school werd zoodanige spoed ge maakt, dat de opening reeds tegen den aanstaanden zomer mag worden tegemoetgezien. Ook het hoofd (zie boven blz. 9)

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1884 | | pagina 311