1°. De Academie van Beeldende Kunsten.
van trappen en kappen en het maken van
constructionoefenden zich 42 leerlingen en in het ontwerpen
van gebouwen 22 leerlingen.
Aan den cursus voor ontleedkunde werd door 14 leerlingen
deelgenomen, aan die in de compositie en kunstgeschiedenis
B. Bijzonder onderwijs.
Directeur J. Ph. Koelman.
Volgens het jongst verschenen verslag van deze inrichting
maakt het toenemend bezoekdat aan deze inrichting ten deel
valt, uitbreiding van de bestaande localiteit dringend nood
zakelijk. Het gebouw werd bestemd voor 400 leerlingenwelk
getal thans reeds door ruim 100 overschreden wordt. Geen wonder
dan ook dat niet alleen alle lokalen maar zelfs de bovengangen
geheel bezet zijn en men zelfs eenige leerlingen voor eene be
paalde klasse heeft moeten terugzenden.
Volgens het ovengenoemd verslag waren voor den wintercursus
1883/84 461 leerlingen ingeschreven, behalve 48 vrouwelijke
voor den gewonen cursus van Woensdag en Zaterdag. Van hen
volgden 49 den cursus voor het middelbaar onderwijs.
Voor den zomercursus lieten zich 80 mannelijke leerlingen
inschrijventerwijl de zomercursus middelbaar onderwijs uit 35
vrouwelijke en 26 mannelijke leerlingen bestond.
De verschillende klassen werden gedurende den afgeloopen
cursus aldus bezocht
Afdeeling .1 (elementair onderwijs) door 177 leerlingen.
Afdeeling B. De twee laagste klassen (gronden van het teekenen
naar pleisterafgietselsgraphische voorbeelden en meer saam-
gestelde ornamenten) door 118 leerlingen. Naar fragment-pleister
en het groot antiek beeld oefenden zich 24 en 15 leerlingen.
De klasse van het naakt model bevatte 7 teekenaars.
Afdeeling C (ornament) door 73 leerlingen.
Afdeeling I) (boetseeren) door 33 leerlingen.
Afdeeling E (bouwkunde). De 1ste klasse door 117 en de 2de
klasse door 33 leerlingen.
In het ontwerpen