26. uren ’s weeks onderwijs aan de ge- VI. den arbeid tusschen hen meer ge en om aan den heer van Loghem het Gym- waar- een vergelijkend taal en letterkunde aan de Hoogere Burgerschool voor jongens met vijfjarigen cursus, opengevallen door het eervol ontslag, verleend aan Dr. Jan ten Brink, nog steeds onvervuld was, kwamen Burgemeester en Wethouders bij brief van 22 Augustus tot ons met de vraag, of tegen het voorstel van den Directeur dier inrichting om het onderwijs in de IVde en Vde klasse tijdelijk op te dragen aan den heer Stellwagen, onzerzijds bedenking bestond. Het was ons aangenaam die vraag ont kennend te kunnen beantwoorden. Sedert 1° September geeft de heer Stellwagen zes noemde instelling. IV. Te beginnen met den cursus 18841885 is tusschen de heeren Jaeger en van Loghem de leertaak van het onder wijs in de wiskunde op eene andere wijze dan tot dusver ver deeld. De maatregel, genomen in overleg met beide leeraren, had de strekking om leidelijk te verdeelen ook een gedeelte van het onderwijs in de hoogere klassen op te dragen. Voorheen onderste klassen) 34 uren de heer Jaeger 14, de heer van Loghem 20 uren. Thans hebben beiden 17 uren. Tot dusver gaf de heer Jaeger alleen in de drie hoogste, de heer van Loghem alleen in de drie laagste klassen les. Thans is de heer Jaeger belast met het onderwijs in de lilde klasse en geeft daarentegen de heer van Loghem 3 uren les in de Vde klasse. V. Voortdurend kwijten de leeraren over het algemeen zich met opgewektheid van hunne taak. Echter is de gezondheids toestand van den heer Schwippert van dien aard, dat het de vraag blijft, of hij op den duur zijne betrekking aan het Gym nasium kan blijven waarnemen. De amanuensis R. G. G. Filbri, benoemd tot pro sector aan de Universiteit te Utrecht, vroeg en verkreeg op zijn verzoek eervol ontslag uit zijne betrekking aan nasium, onder betuiging van tevredenheid over de wijze, op hij haar steeds had waargenomen. Na had van de (bij de splitsing der 3

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1884 | | pagina 401