27. doch was verplicht te berusten in de inbezitneming der zalen, die voor de Tentoonstelling onontbeerlijk waren. Hoe gebrekkig echter, ten gevolge van dien gedwongen af stand de zomerlessen plaats vondendaarvan getuigen de rechtmatige klaagliederen, zoo door leeraren als leerlingen aan geheven. Door het gemis der ornamentzaal (het linker zij-lokaal), zonder welke de theorie-les al het aantrekkelijke en leerzame verliest, waren 62 leerlingen van het M. O. verspreid door het geheele bovengebouw in vertrekjes en gangenja zelfs op smalle portalenwaar men met elk gunstig vallend lichtstraaltje woekerde. In de lagere ochtendklasse stonden de leerlingen in den boven gang met den rug naar het licht, zoodat daar van teekenen naar pleisterfiguren in het geheel geene sprake kon zijn. In dezen stand van zaken verzocht het Academie-bestuur den Gemeenteraad met den meesten aandrang, dat maatregelen ge nomen zouden worden om in het vervolg de Tenstoonstelling van schilderijen niet meer in het Academie-gebouw te doen plaats hebben, daar geen bestuur zich verantwoord kon achten indien het in dergelyke onhoudbare samenkoppeling berustte. Mag men toch aannemen dat de schilderijen-tentoonstellingen zich steeds zullen uitbreiden, niet minder blijkt dit ook met de Academie het geval te zijn. Toen men in 1877 op den afstand van het geheele gebouw ten behoeve der Academie aandrong, waren er ongeveer 370 leerlingen, nu heeft het aantal reeds ver de 500 overschreden en met de steeds toenemende bevolking is het stellig te verwachtendat het voortdurend grooter en grooter zal worden. Meende de Raad dan ookna de beschikking j over het geheele gebouw te hebben verkregen, dat er vooreerst van geen gebrek aan ruimte sprake zoude zijn, reeds nü blijkt het gebouw te klein te wezen om het steeds meer en meer klimmend aantal leerlingen behoorlijk te plaatsen. Bij den aan- vang van den afgeloopen wintercursus toch waren niet alleen alle lokalen, maar zelfs de bovengangen geheel bezet, en bij de opening van den nu ingetreden wintercursus heeft men voor- loopig eenige leerlingen voor de boetseerklasse moeten terugzenden omdat er voor het vijftigtal dat zich aanmelddegeen plaats was.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1884 | | pagina 413