Trouwens, blijkens het plan der oprichting, is het gebouw ook slechts voor 400 leerlingen bestemd, terwijl dit getal reeds nu door ruim honderd overschreden wordt. Werd dus in het vorig verslag de hoop te kennen gegeven dat men ten behoeve van het onderwijs, in de onmiddellijke nabijheid der Academieeene bescheiden verzameling van modellen mocht verkrijgen, die van lieverlede tot een museum van kunstnijverheid zou kunnen aangroeien, de vervulling van dien wensch wordt nu des te vuriger gekoesterddaar zij gepaard zou kunnen gaan met de zoo dringend noodige uitbreiding van terrein. Aangenaam ware het den Raad, indien de leden ruimer ge bruik maakten van het hun toegekend recht, om de Academie te bezoeken, opdat men zich persoonlijk van de noodzakelijk heid der uitbreiding overtuige. Ofschoon dankbaar voor den financieelen steun, dien stadgenooten aan de Academie blijven schenken, mag de Raad zich niet ontveinzen, dat het aantal leden eer vermindert dan toeneemt. Ontvielen der Academie 6 leden door den dood en 4 door vertrek en om andere redenen, slechts 4 nieuwe leden traden daarvoor in de plaats. Onder die overleden leden herdenkt de Raad met diepe weemoed Z. K. H. Alexanbeb der Nederlanden, Prins van Oranje, die drie jaar aan het hoofd der ledenlijst prijkte en meermalen van Hoogst- deszelfs belangstelling in deze inrichting blijk gaf. Ook verloor de Academie haar eerelid en begunstiger, den heer A. Rood en- bvbg; een barer bejaardste oud-leerlingendie onze instelling zulk een warm hart bleef toedragen. Het leeraarspersoneel eischte op nieuw vermeerdering ten gevolge van het toenemend aantal leerlingen. Dientengevolge benoemde de Raad met 1 November 1883 den heer J. Z. van Dijck tot tijdelijk hulpleeraar bij de Afdeeling A, en met 1 Mei 1883 den heer P. J. Izeeen tot hulpleeraar bij den cursus voor Middelbaar onderwijs. Mejuffrouw C. P. Ckans zag zich verplichtten gevolge van hare benoeming tot leeraresse in het teekenen aan de H. B. S. alhier, met 1 Mei jl. haar eervol ontslag te vragen als leeraresse aan den cursus voor

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1884 | | pagina 414