21. en aan verschillende Rijks- en gemeentescholen zijn geplaatst. Juist het groote aandeel, dat onze Academie in de vorming dier leeraars heeftgaf den Raad aanleidingom den Minister van Binnenl. Zaken te verzoekenin de jaarlijksche examen commissie, die bijna uitsluitend uit Amsterdamsche leeraren bestond, ook een of meer leeraren onzer Academie te benoemen. In een particuliere audiëntie door ZExc. welwillend in September jl. aan Voorzitter en Secretaris van den Raad van Bestuur ver leend, werd dit billijk verzoek uiteengezet en zou door den Minis- ster in gunstige overweging genomen worden. Uit de dezer dagen bekend geworden samenstelling dier commissie blijkt echter, dat de Minister aan dat verzoek geen gevolg heeft gegeven, wijl geen onzer leeraren daarbij is benoemd. In de Afdeeling A. (elementair onderwijs) oefenden zich 177 eerstbeginnenden naar draad- en meetkunstige figuren. De twee laagste klassen van Afdeeling B. (gronden van het teekenen naar pleisterafgietselsgraphische voorbeelden en meer saam- gestelde ornamenten) werden door 118 leerlingen bezocht. Aan het teekenen naar fragmentpleister en het groot antiek beeld werd door 24 en 15 leerlingen deelgenomen. Alleen de klasse van het naakt model bleef kwijnen en bevatte slechts zeven teekenaars. Daarentegen werd de afdeeling C. (Ornament) door 73 leer lingen bezocht; 33 leerlingen volgden den cursus in de afdeeling D. (Boetseeren). De eerste klasse der Afdeeling E. (Bouwkunde) bestond uit 117 leerlingen; de tweede klasse eerste en tweede Afd. uit 33 leerlingen. Het ontwerpen van trappen en kappen en het maken van construction hielden 42 leerlingen bezigterwijl 22 jongelieden in de hoogste klasse zich in het ontwerpen van gebouwen oefenden. Aan den cursus voor ontleedkunde werd door 14 leerlingen deelgenomenaan die in de compositie en kunstgeschiedenis door een twaalftal, terwijl de cursus in de doorzichtkunde door 16 leerlingen gevolgd werd. Het onderwijs in de beschrijvende meetkunde werd aan 26 leerlingen gegeven. Dertien jongelieden volgden den cursus voor landmeetkunde; 85 leerlingen ontvingen onderricht in het rekenen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1884 | | pagina 416