50. bij de voorwoningen zouden ontdekt wordendie bovendien tengevolge van totale absentie van trasramenvochtig en onge zond zijn, stelde de bouweommissaris voor, om, in plaats der voorgenomen herstelling, over te gaan tot eene geheele ver nieuwing der voorwoningen, waarmede eene uitgaaf van pl. m. f 8000 gemoeid zou zijn. Het Bestuur overwoog deze technische beschouwingen, en geraakte tot de slotsom, dat het verstandiger was die woningen nu voor goed te voorzien, dan eene reparatie te beginnen, die tot groote kosten zou leiden en de oude, weinig oordeelkundige bouworde zou laten bestaan. Daarom werd de toestemming van Burgemeester en Wethouders gevraagd en verkregen tot het verbouwen en herstellen dier tien woningenwaarmede reeds een aanvang is gemaakt. De achterwoningen kwamen in den afgeloopen zomer gereed en werden verhuurd a 1.80. Op dezen weg verbouwing van bestaande oude woningen wenscht het Bestuur voorloopig voort te gaan. De Vereeniging is o. a. in het bezit van oude, indertijd aangekochte woningen, gelegen aan het Spui en de Gedempte Slootdiedoor den lagen huurprijs, wel altijd huurders vinden, maar niet voldoen aan al de eischendie men tegenwoordigaan eene goede arbeiderswoning stelt. Vooral de toestand der buitenshuis ge legen, gemeenschappelijke privaten, laat veel te wenschen over, en het Bestuur acht zich niet verantwoord, vooral met het oog op eene eventueele cholera-epidemieom dien toestand te bestendigen. Men bedenke dat sedert de jaren 1856 en 1858, toen de bedoelde woningen werden aangekocht, de eischen der gezond heidsleer aanmerkelijk zijn verhoogd en het peil der arbeiders woningen, gedeeltelijk ook door het voorbeeld onzer Vereeniging, zeer is gerezen. Meenden wij indertijd reeds veel te doen, door aan de 14 woningen aan het Spui 5en aan de 54 woningen aan de Gedempte Sloot 16behoorlijk geventileerde privaten te geven, thans zal geen deskundige zulk een toestand ver dedigen allerminst voor eene modelvereeniging als de onze.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1884 | | pagina 443