r en omtrent de stijging VERSLAG van den staal der Bank van Leening te ’s-Gravenhage over 1884. Linnen en Wollen. f 2.18' 9 - 2.20 Opgaven over 1884 aan Bijlage 55. Te zamen. f 4.5533 - 4.655 Uit deze feiten mag misschien worden afgeleid dat kleinhan delaren en voor eigen rekening werkende handwerkslieden meer dan vroeger van de instelling gebruik maken. Misschien is ook de invloed van de zoogenaamde verkoophuizen daaraan niet vreemd; want in den regel wordt daar méér ontvangen dan de Commissarissen meenen den staat der Bank het best te doen kennen door overlegging van de de Regeering verstrekt. Tot toelichting moge het volgende dienen. Evenals in 1883 klom het saldo van het aantal panden van het daarop voorgeschoten bedrag, hoewel minder beleenin- gen waren gesloten. Het getal panden was namelijk aan het einde des jaars met 1926het voorgeschoten bedrag met f 14367.10 vermeerderd. Toch waren in den loop des jaars 5931 panden minder ingebracht dan in 1883. Ging daarentegen in 1883 de verminderde inbreng gepaard met eene daling van het geza- mentlijk cijfer der verleende voorschotten, in 1884 steeg dit cijfer met f 3241.Voornamelijk was dit het gevolg van de hoogere waarde der gouden en zilveren panden. Een vergelijkende staatons door den Directeur aangebodenleert het volgende van de gemiddelde beleensom der panden, in de Bank aanwezig op Goud en Zilver. 31 December 1883 ƒ6.1538 1884 - 6.40

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1884 | | pagina 461