Bijlage 56. r i NOTA betreffende het Koninklijk Zoö logisch Botanisch Genootschap. De maatregelen door het bestuur, in overleg met den Raad van Commissarissen, voorgesteld ter voorziening in den finan- eieelen toestand, mochten in de algemeene vergadering van aandeelhouders dd. 30 April 1884 gehoudende eenparige goed keuring verwerven. De obligatie-leening groot 100,000 werd ruim volteekend, en met 1 Juli jl. heeft de algeheele aflossing der schulden, indertijd bij de firma P. J. Landry alhier, ten laste van het genootschap aangegaanplaats gehad. De tekorten van vorige dienstjaren zijn nu geheel aangezuiverd, en de grondrente op een groot gedeelte van den Tuin gevestigd is van de gemeente ’s Gravenhage afgekocht. Door het tot stand komen dezer maatregelen is niet alleen een aanzienlijke jaar- lijksche besparing van uitgaven voor aflossing en rentebetaling verkregen, maar ook het noodige kapitaal, om den bloei en de ontwikkeling der instelling te kunnen bevorderen. Het ledental bedroeg op 1 Januari 1885: 2629, zijnde slechts 45 minder dan ten vorigen jare, hetgeen met het oog op de ongunstige tijdsomstandigheden, geen reden geeft tot klagen. De ontvangsten aan contributie der leden beliepen in 1884: f 57,446terwijl aan entréegelden van nieuwe leden 1,674 en voor abonnementskaarten en toegangsbewijzen van vreemde lingen f 7,075.50 ontvangen werd.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1884 | | pagina 479