VERSLAG der Kamer van Koophandel en Fabrieken nopens den staat van handel, nijverheid en scheepvaart in de gemeente ’s-Gravenhage, over het jaar 1884. Bijlage 59. Het ware aan de Kamer aangenaam geweest, indien hare mededeeling van de bijzonderheden omtrent den toestand van handel, nijverheid en scheepvaart over 1884 door een verblijdend inleidend woord kon worden voorafgegaan. Doch de feiten ver oorloven zulks niet; de genoemde takken van volksbestaan verkeeren in onze Gemeente in geen betere positie dan elders. i In een vorig verslag werd reeds gewezen op de oorzaken, die tot dien toestand leidden, en nu ’s-Gravenhage niet langer als stad van weelde bloeien kan wordt het steeds meer de eisch van het oogenblik, dat alles moet beproefd worden om de bronnen van volkswelvaart ruimer te doen vloeien. Alleen langs dien weg zal aan de Hofstad vergoed wordenwat zij in stoffelijk opzicht in de laatste jaren verloor. Onder die omstandigheden mag dankbaar worden melding ge maakt van de concessie door Jhr. H. T. Hoea Siccama aange vraagd tot aanleg van een zeehaven bij Scheveningen. Toen de Kamer haar jongste verslag indiende gaf zij den wensch te kennen, dat zij in een volgend jaaroverzicht op de meest gewenschte feiten zou mogen wijzen met betrekking tot dit plan; weinig echter kon zij toen vermoeden, dat na twaalf maanden deze 1. ALGEMEENE BESCHOUWINGEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1884 | | pagina 486