59. zaak zoo luttel zou zijn vooruitgebracht. Is de onderstelling wellicht gegrond dat de concessie-aan vrager niet de medewerking vond, welke hij verwachten mocht, dan drukt de Kamer als haar wensch uit dat hierin spoedig verandering moge komen, omdat naar haar oordeel de havenkwestie een levensvraagstuk is voor de Residentie. Niet enkel zal de visscherij door de haven beduidend worden gebaat, zoodat zij een tijdvak van nog grooteren bloei zou tegemoet gaan, maar de bevolking zelve zou door het welslagen van dit werk belangrijke voordeelen genieten, daar op goede gronden kan worden tegemoet gezien dat van een haven te Scheveningen ook voor het personenverkeer een ruim gebruik zal worden gemaaktomdat zij het kortste punt van gemeenschap tusschen Engeland en Nederland zou vormen. Hier zij nog de offervaardigheid geroemd van de heeren P. Crans c. s. die, om de concessie des heeren Siccama niet in den weg te staan, hun aanvrage terugnamen. De Kamer brengt een woord van dank aan de Hooge Regeering voor hetgeen zij met betrekking tot de Antwerpensche tentoon stelling beoogde. Met leedwezen werd door haar het votum vernomenhetwelk het door de Regeering voorgedragen subsidie trof, omdat als gevolg van die weigering de benoemde Hoofd commissie ontbonden werd, terwijl eene later toegestane som in geenen deele in de geldelijke behoeften voor eene waardige vertegenwoordiging te Antwerpen kon voorzien. Op uitnoodiging van den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid vormde de Kamer zich tot eene subcommissie voor die tentoonstelling en aan haar bemoeiingen mocht het gelukken vele nijveren tot deelneming te bewegen. Met het oog op die bevredigende uit komst betreurt de Kamer het te meer, dat Nederland aan die expositie den steun ontnam, waarop onze industrieelen hadden mogen rekenen. Werd in het vorig verslag gewag gemaakt van de verkoop hal „de Nijverheid” en de „Overdekte Markt,” thans moet de Kamer constateerendat eerstgemelde verkoophal reeds opge houden heeft als zoodanig- te worden gebezigd, terwijl de Overdekte Markt ook niet schijnt te beantwoorden aan de

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1884 | | pagina 487