59. IL Om verschillende redenen werd besloten geen gevolg te geven aan de verzoeken om ondersteuning van adressen aan de Regeering enz. van a. de Kamer te Arnhemhoudende bezwaren tegen de door de Regeering voorgenomen tariefsherziening; b. de Kamer te Kampenom benoeming eener Hoofdcommissie voor de tentoonstelling te Antwerpen; c. de Kamer te Haarlem, om herziening van het reglement op de Kamers van Koophandel en Fabrieken; d. de vereeniging Martin Orges te Apeldoornom verbetering van den toestand van den papierhandel; e. L. Lhoest directeur der Kon. Ned. Papierfabriek te Maastricht en anderen, om als voren; f. R. Ledeboeb te Amsterdam, verzoekende regeling van den suikenaccijns de Kamer te Oosterhout, verzoekende verlaging van het tarief met of zonder doorloopend abonnement van aangeteekende brieven met aangegeven geldswaarde; h. het departement Groningen der Ned. Maatschappij ter bevordering van Nijverheid, bezwaren inhoudende tegen de in voering van een accijns op de tabak; Aan Burgemeester en Wethouders van ’s-Gravenhage bij brief van 5 April 1884 n°. 13, waarbij de Kamer aan gaande de doorvaarthoogte der bruggen als hare meening te kennen geeft dat de doorvaarthoogte binnen deze Gemeente eer verhooging eischt dan verlaging gedoogt. Bij den tegenwoordigen toestand der waterwegennu geen schepen van meer dan 50 last laadvermogen de vaart passeeren stelde de Kamer voor als minimum 2.50 M. boven D. P. Na de vaartsverbetering wanneer schepen tot 100 last draagvermogen de stad kunnen binnenkomen zou zij adviseeren een minimum doorvaarthoogte van 3 Meter D. P. aan te nemen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1884 | | pagina 516