40.
leden.
L
Met herinnering aan het besluit van den Gemeenteraad van
den 6den Februari 1883, waarbij het Museumgebouw werd af
gestaan, mag de Commissie hier een woord van dank voor dat
Raadsbesluit niet terughouden. Met veel genoegen nam zij van
dat besluit kennis, want de behoefte aan ruimer localiteit en
beter licht voor de schilderijen had zich sedert lang doen ge
voelen, dat nu ruimschoots is verkregen. Niet minder is zij
dank verschuldigd aan heeren Regenten der Nederlandsch Her
vormde Diaconie gestichten en het lid der Commissie Dr. M.
F. A. G. Campbell alsmede aan den heer J. F. G. Meijer
voor het geheel belangeloos bewarengedurende de geheele ver
bouwing van de verzameling schilderijenplaten en voorwerpen
in het Weeshuis en Oude Mannen- en Vrouwenhuis aan de
Hooftskade en in de Koninklijke Bibliotheek en het Koninklijk
Kabinet van penningen en gesneden steenen aan het Voorhout;
aan de heeren Mr. W. A. J. baron Schimmelpenninck van
der Oye en A. A. des Tombe voor hunne uitmuntende leiding
bij den bouw aan inrichting en indeeling besteed en in het
bijzonder aan laatstgenoemde, voor het weder overbrengen,
rangschikken en plaatsen der nitgebreide verzamelinghetgeen
als bij uitstek goed geslaagd is te beschouwen; en verder aan
allen die mede hebben gewerkt tot het algeheel welslagen van
het Museum, dat door alle tijden heen een sieraad zal blijven,
der Residentie waardig.
Daar de boekerij van het Museum voor administratie en be
langstellenden meer nut kan stichten wanneer deze op het
Raadhuis verbleef, besloot Uw College daartoe.
In het afgeloopen jaar bestond de Commissie uit de heeren:
Burgemeester Mr. J. G. Patijn, Voorzitter.
Raadslid Mr. W. A. J. baron Schimmelpenninck
van der Oye,
G. H. A. N. Rietstap,
Dr. M. F. A. G. Campbell,
uit de Burgerij
A. A. des Tombe, J
Slechts enkele jaren bekleedde de Wethouder Mr. M. W. baron
du Toub van Bellinchave het Voorzitterschap der Commissie