40. W. H. J. Hemmes en P. J. H. De Bock, met uitnoodiging aan de Commissie om eene instructie voor hen te ontwerpen en deze ter vaststelling aan Uw College in te zenden. In een tiental bepalingen werd zij ontworpen en door U den 10 October vastgesteld. De dagen en uren voor het bezichtigen van het Museum zijn bepaaldvoor den eersten dag der week en erkende Christelijke feestdagen van 13 uren. Voor de zes volgende dagen van 104 uren. In het korte tijdvak van circa een halfjaar werd het Museum door 10746 personen bezocht. Een gevolg van de zeer gunstige ligging van het Museum en ook van de vernieuwde belangstelling dezer betere uitstalling. Het volgende door schenking en in bruikleen ontvangengetuigt toen hij tot eenen anderen werkkring werd geroepen. Gedurende dien tijd was hij ijverig werkzaam voor de behartiging der be langen van het Museum. Zijne plaats werd vervuld door den heer Mr. J. G. Pati.tn, Burgemeester. Van bovengenoemde leden waren dit jaar aan de beurt van aftreding de heeren Mr. W. A. J. baron Schimmelpenninck van deb Ote, en Dr. M. F. A. G. Campbell; zij werden door U herkozen en namen de benoeming aan. Mede werd door Uwe Vergadering Mejuffrouw de Weduwe Schiedges op nieuw voor den tijd van een jaar benoemd tot concierge welke betrekking zij steeds met de meeste zorg en nauwgezetheid vervult. Tengevolge van het besluit van den 6 Februari 1883 werd in de Raadszitting van den 10 Juni 1884 besloten Uw College te machtigen tot het aanstellen van een tweetal bedienden, ten einde voor de beschadiging der kunstvoorwerpen te waken en een behoorlijk toezicht in de verschillende zalen uit te oefenen en wel één voor de beneden en één voor de bovenverdieping op een jaarlijksch tractement van 500 iederUw College benoemde daartoe

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1884 | | pagina 520