59
dien ligger kan weldra worden
24 April 1884 (Staatsblad
De herziening van
tegemoet gezien.
Bij de wet van 24 April 1884 (Staatsblad n*. 64)
werden de grenzen tusschen ’s-Gravenhage en Wasse
naar geregeld.
Door deze wet, welke den Isten Mei 1884 in wer
king is getredenwerd aan het grondgebied dezer
Gemeente eene oppervlakte van 704 H. 12 A. 70 cA.
met een belastbaar inkomen van f 9590.40 voor 1007
perceelen ongebouwde- en f 16575 voor 78 perceelen
gebouwde eigendommen toegevoegd, terwijl daaren
tegen naar Wassenaar overging eene oppervlakte van
172 H. 84 A. 71 cA. met een belastbaar inkomen van
ƒ5723.86 voor 171 perceelen ongebouwde- en van ƒ2820
voor 11 perceelen gebouwde eigendommen, zoodat het
verschil in meer bedraagt eene oppervlakte van 531 H.
27 A. 99 cA. met een belastbare opbrengst van ƒ3866.54
wegens 836 ongebouwde perceelen en ƒ13755 voor 67
gebouwde perceelen.
b. Nadat de Raad een crediet had toegestaan tot
onderzoek van het plan van Jhr. H. T. Hora Siccama
voor den aanleg en de exploitatie van een zeehaven
te Scheveningen ten behoeve van de visschersvloot en
de kleine kustvaart, werd dat onderzoek opgedragen
aan den heer J. W. F. Conrad, Inspecteur van ’sRijks
Waterstaat, wiens uitvoerig rapport den heer Siccama
aanleiding gaf zijn plan te wijzigen.
Omtrent deze aangelegenheid valt nog mede te
deelen, dat door de Provinciale Staten van Zuid-Hol-
land aan den heer Siccama en diens rechtverkrijgenden
toegezegd is een subsidie uit de Provinciale fondsen
van 300,000 voor den aanleg van een zeehaven, te
betalen in één termijn, na verloop van zes maanden
nadat de haven in goeden staat voor den openbaren