85 gevolg te geven, dan zou zulks o. i. zeer bevorderlijk zijn aan de handhaving van de door den Rijkswetgever of door den Gemeenteraad vastgestelde wetten of ver ordeningen. De Waterschout te Scheveningen deelt mede dat men zich ook dit jaar bij de uitgebreide visschersvloot mocht verheugen in eene goede orde, en wat wel het meest daarvoor, en voor de goede gezindheid van de visschers getuigt, is, dat zich op den 31 sten De cember reeds 81 equipages voor den dienst in het nieuwe jaar hadden doen aanmonsteren. Hoewel zich meer gevallen van desertie aan boord op de vloot voordeden nl. 15, waarvan 5 in andere havens dan in 1883, getuigt dit toch niet tegen den toestand zei ven. Over het algemeen was de oorzaak van die gevallen toe te schrijven aan de geringe ver diensten bij de eerste reis voor de haringvisscherij en daardoor opgewekte onverschilligheid, gepaard met drankmisbruik. Het betrof dan ook steeds de zoogenaamde buiten lui, die aangemonsterd worden tot het voltallig maken der equipage bij de haringvisscherij. Bij de werkelijk knappe zeelieden komt geen desertie voor. Alle over tredingen werden ter kennis van den rechter gebracht. Slechts het verlies van één menschenleven had men te betreuren, nl. een zeeman, die in den Nieuwen Waterweg over boord sloeg en verdronk. Bij herhaling werden door Engelsche en Belgische visschersvaartuigen de haringnetten van Scheveningsche bommen moedwillig vernield, soms zelfs zeer belang rijk. Het onderzoek daarnaar eischt veel arbeid en was bij het einde van het jaar nog niet afgeloopen. Dankbaar mag vermeld worden, dat de Scheve ningsche vloot na de stranding van het zoo gevaar-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1884 | | pagina 91