97 Sterkte van den eersten ban der Schutterij a. Actief1209 man b. Reserve843 De toestand der Schutterij mag met het oog op de nog altijd in werking zijnde wet van 1827 bevredigend genoemd worden. De oefeningen hadden geregeld plaats. Officieren en kader namen buiten den verplich ten oefeningstijd getrouw deel aan de practische en theoretische oefeningen, welke gehouden wer den om de nieuw ingevoerde reglementen te leeren ten uitvoer brengen, zoodat de oefenin gen dienovereenkomstig konden plaats hebben. De batterij aan het Kanaal werd door het i aanbrengen van eeuige herstellingen in bruik- baren staat gehouden. De leiding der artillerieoefeningen was weder opgedragen aan den len luitenant der vesting artillerie C. G. Boonzajer, terwijl de Minister van Oorlog den kapitein van het regiment Grenadiers en Jagers, W. L. de Petit, beschikbaar stelde om de officieren der Schutterij in mili taire vakken verder te bekwamenvan deze gelegenheid maakten alle officieren gebruik. De getalsterkte der Schutterijen, tot nu toe geregeld naar de uitkomsten van de 4de tien jarige volkstelling, in 1859 gehouden, werd bij Koninklijke besluiten van 4 Augustus 1885 (Stbl. N°. 172) en 7 September d. a. v. (Stbl. No. 179) geregeld naar de uitkomsten van de 6e tien jarige volkstelling, in 1879 gehouden, waarvan het gevolg was, dat de actieve sterkte der Schutterij in deze Gemeente werd gebracht op 2269 man. De uitbreiding dier sterkte bracht mede, dat de begrooting der Schutterij in deze Gemeente 7

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1885 | | pagina 104