98
even als in de meeste Gemeenten het geval was
moest worden verhoogd. Tegen die verhooging
hadden onderscheidene Gemeentebesturen be
zwaar en verzochten dan ook ontheven te worden
van de bepaling tot uitbreiding. Naar aanleiding
van die bezwaren werd bij Koninklijk besluit
van 28 Januari 1886 N°. 6 bepaald, dat de
bovenbedoelde Koninklijke besluiten voorloopig
buiten werking zouden blijven.
De verandering, welke in het Bestuur van
het officieren schietgezelscliap der dienstdoende
Schutterij ontstond, werd veroorzaakt door het
verleend eervol ontslag uit den dienst der
Schutterij aan de heeren Mr. H. Graaf van
Hogendorp en J. T. Viehoff en den wensch
van den heer W. Galjaard om als bestuurslid
vervangen te worden. De opengevallen plaatsen
werden ingenomen door den majoor Jhr. Mr.
W. V. R. C. Baud, den lcn luitenant C. G. J.
van Maasdijk en den 2en luitenant Jhr. Mr. M.
van Reenen. Als eene rechtmatige hulde voor
hetgeen de heeren van Hogendorp en Viehoff
voor het gezelschap deden, werd hun het eere-
lidmaatschap aangeboden, dat alsmede den
heer Mr. J. G. Patijn, Burgemeester der Resi
dentie, te beurt viel.
Bij den wedstrijd tusschen de leden der Ver-
eeniging van officieren der Schutterij in Neder
land, den len Juli te Amsterdam gehouden,
hield het gezelschap weder op waardige wijze
de eer op der Haagsche Schutterij, daar zij onder
meer, de beide hoogste belooningen, eereprijs
geweer en eerste prijs revolververoverden.
Den 28er' September hield het gezelschap een
huishoudelijken wedstrijd op de oefeningsbanen.
alwaar na afloop door den Kolonel Commandant