13(1 De zeevaartkundige school. (1. De lessen stonden in 1885 stil, tengevolge van de ziekte van den leeraar L. Zuijuerduyn, gevolgd door diens overlijden in den aanvang van het jaar. De kosten bedroegen 200, die geheel voor rekening van de Gemeente kwamen en alleen betroffen vier maanden jaarwedde van den leeraar ZuiJDERDUYN. Het overlijden van dien leeraar gaf aanleiding de regeling, vastgesteld bij Raadsbesluit van 4 Juni 1878, in nadere overweging te nemen. De Raad besloot daarop, den 21sle:' December, vooralsnog niet over te gaan tot de in richting van een zeevaartkundige school, zooals bedoeld wordt in art. 1 der Verordening voor de openbare scholen van Middelbaar onderwijs, maar de zeevaartkundige lessen”, op den voet waarop zij waren ingericht, te doen voortgaan, behoudens eenige wijzigingen, liet programma werd gewijzigd vastgesteld, zooals het in liet verslag der plaatselijke Commissie voor het Middelbaar onderwijs is vermeld. Krachtens machtiging van den Gemeenteraad werd door ons met ingang van 1 Januari 188G op een jaarwedde van 800 voor één jaar tot leeraar benoemd de heer S. J. Krijt, voormalig gezagvoerder op de groote vaart. Gelijk tot nog toe wordt het onderwijs gratis verstrekt aan hen, die zich daarvoor aanmelden en na onderzoek daartoe worden geschikt ge acht, en is aan ons College overgelaten het bepalen van de plaats waar, en den tijd waarop het onderwijs gegeven wordt, evenals het maken van bepalingen van orde, enz.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1885 | | pagina 137