144 positie en kunstgeschiedenis door een twintigtal, terwijl de cursus in de doorzichtkunde door 23 leerlingen gevolgd werd. Het onderwijs in de beschrijvende meetkunde werd aan 29 leerlingen gegeven. Negentien jongelieden volgden den cursus voor landmeetkunde: 81 leerlingen ont vingen onderricht in het rekenen. In het verslag van den Raad treft men tevens een opgave aan deeling der leerlingen naar van bestuur van de ver- de verschillende ambachten en vakken, die zij beoefenen en de indeeling naai- hunnen leeftijd. 3°. De Schouwburg. Mochten wij in ons vorig verslag er op wijzen dat het publiek, hetwelk de Hollandsche voorstel lingen bezoekt, door een trouwe opkomst de uit voering van de opgevoerde stukken waardeert, wij kunnen weder hetzelfde getuigen. Dit strekt tot bewijs, dat de Koninklijke Vereeniging „Het Nederlandsch Tooneel”, die bij voortduring de krachtige ondersteuning van Z. M. den Honing ondervindt, steeds met vrucht haar taak vervult. Van de Fransche opera stippen wij aan dat de Naamlooze Vennootschap tot exploitatie van die opera en andere schouwburgen niet gelukkig was. Aan het einde toch van he speelseizoen 1884/85 werd zij in staat van faillissement verklaard, waardoor aan de ge- abonneerden niet het getal voorstellingen werd gegeven, waarop zij aanspraak hadden, en de artisten van de kleinere emplooien geldelijk nadeel leden. Terwijl de Directie aan bedoelde Vennootschap voor twee speelseizoenen was opgedragen, vonden wij in den treurigen afloop echter aanleiding ge-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1885 | | pagina 151