145
bruik te maken van de bij het cahier des charges
voorbehouden bevoegdheid om de gesloten over
eenkomst op te zeggen; doch al hadden wij dit
niet gedaan, dan zou die verbintenis toch van
zelf zijn opgelost, daar de Vennootschap sedert
ontbonden werd.
Na oproeping van gegadigden werd door ons uit
de sollicitanten voor de speelseizoenen 1885/86 en
1886 '87 benoemd de heer L. Desüiten, ex-Direc
teur van de theaters te Venders en te 1 luinkerken
van wien wij goede information kregen. Gedu
rende korten tijd voegde hij zich met onze toe
stemming den heer Granier sedert ongeveer
tien jaar orchestdirecteur alhier als mede-di-
recteur toe, doch op beider verzoek werd laatstge
noemde weder door ons van die functiën ontheven.
De heer Desuiten, die onder ongunstige om
standigheden de Directie aanvaardde, mocht de
voldoening smaken langzamerhand het vertrou
wen van het Haagsch publiek te winnen. Door
de afwisseling in de opvoering van stukken en
het monteeren zoo van geheel nieuwe, als van
in vele jaren niet vertoonde opera’s wist hij het
publiek weer naar den Schouwburg te trekken.
Onvermeld willen wij niet laten, dat de vele
klachten, die tot ons gekomen waren over de
aanneming van artisten, die aan de debuten
waren onderworpen, door stemming van de
geabonneerd en, er ons toe geleid hebben om
terug te keeren tot het instellen van een jury,
samengesteld uit 8 leden, verkozen door ben, die
een abonnement hadden genomen in de baig
noires d’avant-scèue, de stalles, den eersten rang,
de fauteuils de parquet, en de baignoires,
onder voorzitting van een der Wethouders,
Commissarissen van den Schouwburg. Of deze
lo