155 2°. Het Koninklijk Zoölogisch Botanisch Genootschap 3°. De s-Gravenhaagsche Tuinhomwereeniging. De nota omtrent dit genootschap is hierachter opgenomen onder bijlage 36. Onder verwijzing daarraar kunnen wij mededeelen. dat het Be stuur overging tot het bouwen van een vleugel aan de bestaande vogelenzaal, ten einde de iostersche vogels, die in eene andere tempera tuur leven dan de inlandsche, een geschikt verblijf te kunnen geven. Om deze nieuwe zaal te bevolken zijn nog enkele zeldzame en kost bare vogels aangekocht en het doel bestaat met die uitbreiding voort te gaan, om in die richting het Genootschap eene voorname plaats te doen innemen onder de Zoölogische tuinen in ons Vaderland. Aan planten en bloemen wordt zeer veel zorg besteedeene kostbare verzameling is in den tuin en in de serres aanwezig. 1 )e concerten trokken als gewoonlijk een druk bezoekde entreegelden van vreemdelingen bleven beneden de opbrengst van vorige jaren, hetgeen waarschijnlijk is toe te schrijven aan den eersten indruk, dien de opening van het Kurhaus maakte. Het ledental bedroeg op 31 December 2522, alzoo 107 minder dan het vorige jaar. De vereeniging telt thans 14 eereleden, 121 buitengewone- en 310 gewone leden. De door haar in April gehouden voorjaars tentoonstelling overtrof die van vorige jaren en trok een aantal bezoekers. De heer A. A. Vorsterman van Dijen nam

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1885 | | pagina 162