161 zijn aangenomen of daaraan te bezwarende voorwaarden zijn verbonden. De vergunningen, aangevraagd volgens de wet van 2 Juni 1875 (Staatsblad N°. 95), zijn weder opgenomen onder Hoofdstuk V van het verslag der Kameruit de daarin voorkomende tabel blijkt, dat van de 80 aanvragen, waarop door ons eene beslissing is genomen. 73 werden toe gestaan, 2 afgewezen en 5 ingetrokken. Onder letter a van hetzelfde Hoofdstuk treft men eenige mededeelingen aan omtrent de fabrieksnijverheid in deze Gemeente, waaruit wij de volgende bijzondeiheden overnemen. De toestand der ijzerfabrieken, hierboven reeds gezegd, was minder bevredigend; de duinwater- ijsfabriek ging eenigszins vooruit; onveranderd bleef de toestand der spiegel- en lijstenfabrieken de zeepfabrieken worden steeds bedreigd door den verkoop van onbelaste surrogaten, olëine en loog, meerendeels uit den vreemde aangevoerd gunstig was de toestand der distilleerderijen en bierbrouwerijen; op het gebied der boekdrukke rijen deed zich de buitenlandsche concurrentie gevoelende toestand der fabrieken van Militaire kleeding- en equipementstukken bleef als in 1884. De Haagsche Margarine boterfabriek werkte geregeld door, hoewel zij door lage prijzen werd gedrukt. De s-Gravenhaagsche melkinrichting mocht zich weder in een ruim debiet verheugen. De stal met eigen vee gaf geen aanleiding tot moei lijkheden. Het vee was gezond en leverde voor treffelijke melk. Onder lett. b van hetzelfde Hoofdstuk wordt medegedeeld, dat de toestand der ambachtsnij verheid ongunstig was. li

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1885 | | pagina 168