I 6 4
1
liet afschutten der kennis of jaarmarkt en wel met
ingang van 1887.
1>. Baitcnlandsclie handel.
Ten aanzien van den buitenlandschen handel
verwijzen wij naar Hoofdstuk II letter b van
het verslag der Kamer.
c. Scheepvaart langs de rivieren, kanalen en vaarten.
liet aantal in deze Gemeente aanwezige vaar
tuigen bleef onveranderd tot een getal van 93
van 10 en meer tonnen inhoud met een geza-
menlijken tonnenmaat van 1669 scheepston.
De beurtschepen, pak- en marktschuiten, van
en op 's-Gravenhage varende, meten te zamen
2328 ton en de stoombooten, varende tusschen
deze en andere gemeenten en vice-versa, hebben
een gezamenlijken inhoud van 869 ton.
Van de 93 hierboven gemelde vaartuigen
behooren er 21 te Scheveningen te huis. Van
de overigen zijn 13 bewoonde liggers (2 minder
dan in 1884), 6 voor het fabriekswezen, 5
liggen aan de koolmarkt en 1 dient als ligger
voor houtskool. De overigen behooren aan par
ticuliere schippers tot aanvoer van brandstoffen,
aardappelen, fruit, enz. of aan kramers, die de
jaarmarkt bezoeken.
De havenmeester deelde ons mede dat:
in 1885 de Gemeente zijn binnengekomen
51712 vaartuigen, metende S46.820 ton, waar
van als havengeld is ontvangen f 24.266.71
639 vaartuigen, die niet aan ingezetenen der
Gemeente toebehooren, zijn langer dan 14 dagen
in de Gemeente verbleven; de inhoud dier
vaartuigen bedroeg 16.802 ton en het ontvangen
liggeld 479.74.