19. Noodig wezen zal de andere zalen, op dezelfde verdieping van de tweede afdeeling gelegen in te richten voor gewone zieken, die nu en dan soms in de overvulde eerste afdeeling geen geschikte plaats kunnen vinden. Deze maatregel zal verder gewettigd zijn door een besluit, waarbij aan alle vrouwen, die zich ziek gevoelen of het ziek worden te vreezen hebben, gelegenheid gegeven wordt om zich in het Ziekenhuis ten allen tijde te doen onderzoeken en daar in, als ze ziek bevonden zijn zich te laten opnemen. Dit be sluit vindt zijn grond in het feit, dat de tweede afdeeling o. a. bestemd, volgens het reglement op de prostitutieom de hiernaar onderzochte en ziek bevonden vrouwen te herbergen in de laatste maanden weinige vrouwen omdat deze zich aan het onderzoek onttrekken, opneemt. Het kan mogelijk zijndat het onderzoek in dat reglement voorgeschreven op de daarin aangewezen plaats de hierbij bedoelde vrouwen afschrikt. Toch is het in het belang van de gezondheid der vrouwen, die zich aan de gevaren van een bepaald beroep blootstellen en daarin ook andere betrekken kunnen dat de ziektever schijnselen bijtijds worden herkend en behandeld. Het besluit tot uitbreiding van het onderzoek en het behandelen werd ingegeven door de overweging dat de gelegenheid om daar aan zich met vrijen wil over te geven de vrijheid om ziek te zijn en te blijven, zou kunnen beperken. Het kan niet anders of de vrouw, die daarbij wordt bedoeld, zoowel als een goed deel van de Maatschappij zal door de uitvoering van dat besluit kunnen worden gebaat, Dezerzijds zal de mildheid van dit besluit door de mildheid van zijne toepassing zooveel mogelijk worden geëvenaard. Omdat de beginselen, waarnaar de nu in het Ziekenhuis aanwezige ontsmettingsoven ingericht isdoor andere ver drongen zijn zal het noodig wezen den oven door een anderen te doen vervangen. In den oven, nu in het bezit van het Ziekenhuis, tracht men te ontsmetten door verhitte lucht waarin de warmtegraad niet hoog genoeg is om zich in de noodige hoeveelheid mee te deelen aan elk deeltje van de meer of

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1885 | | pagina 261