21.
v
verslag aan B. W.
te dringen
Dr. Pareau hielden zich onledig met de
samenstelling eener statistiek over de relatieve sterfte in ver
schillende wijken van ’s Hage, vooral in de hofjes en de daaraan
grenzende grootere straten.
Op voorstel van Dr. Pareau werden andermaal onderzocht
de verschillende wijken der stad die ten vorige jare door
de cholera-commissie geïnspecteerd waren.
Uit de over die nieuwe inspectie uitgekomen rapporten
bleek ten duidelijkste dat al zeer weinig verbetering in den
toestand was gekomen.
Er werd daarom besloten hierover een
te zenden andermaal op verbetering aan te dringen en ver
der in dat verslag op te nemen de verschillende andere
klachtendie bij onze Vereeuiging zijn ingekomen.
Verder werd bepaald dat de bussen die in verschillende
wijken der stad waren opgehangen en waarin men de klachten
der inwoners over alles wat de volksgezondheid betreft, hoopte
te vinden zullen -worden ingenomen.
Ten eerste omdat er bijna geene klachten in gevonden
werden en ten tweede omdat baldadige handen de bussen
óf vernielden óf zelf wegnamen. Nu de nieuwheid der bussen
wat afgesleten is en de cholera n:et meer voor de deur staat
en dus de angst geweken is nn is ook weer de belangstelling
voor de hygiène verdwenen en verwacht men van haar geen
heil meer, tot tijd en wijl eene epidemie de gemoederen komt
verontrusten. De bussen zullen dan weer worden opgehangen.
Als werkend lid der Vereeuiging werd gekozen de Heer
A. G. H. Muller med. docts. en artsdie deze benoeming
aannamterwijl de Heer J. van SwiETEN bedankt heeft als
contribueerend lid.
Door vertrek naar elders verloor de Vereeniging als werkend
lid Dr. H. II. van Cappelle. De vergadering meende geen
door het Gemeentebestuur mocht zijn gedaan of nagelaten om
den gevreesden vijand te bestrijdenen het betreurt dat dien
tengevolge zoodra opnieuw de vrees voor cholera zich zal
al het onderzoekingswerk op nieuw zal moeten
voordoen
beginnen.
Dr. Egeling en