24 Bij het in werking treden der drankwet op 1 Mei 188*2 bedroeg het aantal vergunnin gen 843 Op 31 December 1882801 31 1883 768 31 1SS4747 Het vergunningsrecht bleef bepaald op f 25. van iedere f 100.huurwaarde. De schatting bleef' opgedragen aan den heer J. C. S. A. van den Bergh, terwijl de her- schattingen weder werden verricht door de heeren J. Bodaan en P. A. D. van den Boogaart. De wet van 28 Juni 1881 (Stbl. u". 97), tot regeling van den kleinhandel in sterken drank en tot beteugeling van openbare dronkenschap, gewijzigd bij de wet van 23 April 1884 (Stbl. n°. 54) werd bij de wet van 16 April 1885 (Stbl. n°. 78) op nieuw gewijzigd, waarvan het gevolg was, dat in localiteiten, waarin eene andere winkelnering wordt uitgeoefend, geen sterke drank mag worden verkocht dan in gesloten flesschen of kruiken. Tevens werd bepaald, dat het vergunnings recht niet lager mag zijn dan vijf gulden en niet hooger dan twaalf gulden vijftig cent voor elke vijftig gulden huurwaarde of gedeelte daarvan, met dien verstande dat het recht voor eene vergunning tot 30 April 1890 niet lager dan vijftien gulden, van 1 Mei 1890 tot 30 April 1895 niet lager dan twintig gulden en daarna niet lager dan vijf en twintig gulden, zij. In verband met laatstgenoemde bepaling werd door den Raad den 16den Juni en 28Rtei’

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1885 | | pagina 31