23. een verstrekt; in enkele aan deren, die op andere scholen of in andere wijken thuis behoorden tijdelijk te herbergen, ondervond de geregelde gang van het onderwijs verhindering ten gevolge van de sterke wisselingen in de schoolbevolking. Bijzonderheden daaromtrent bevat tabel G. Overigens gal het onderwijs reden tot tevredenheid. In aansluiting aan de niededeeling op blz. 7 van het vorige verslag kan hier worden aangeteekend dat behalve de daar genoemde ook de leerplannen der scholen aan de Lepelstraat, de Roggeveenstraat, de Hoefkade en de Atjehstraat gedrukt zijn. Het onderwijs in de nuttige handwerken voor meisjes werd, uitgezonderd in de pas geopende scholen aan het Zieken en bij de Gedenknaald, in alle scholen verstrekt. De uren daarvoor aangewezen zijn verschillend. In 7 scholenwaaronder de meisjesschool in de Atjehstraat, wordt het gedurende de gewone schooltijden gegeven in G scholen deels buiten deels binnen de gewone schooltijden, en in de overige uitsluitend na of buiten schooltijd, meestal op Woensdag en Zaterdag des namiddags of op andere dagen des avonds van 68 of 5'/,—7‘/s uren. In enkele scholen wordt het op de gewone schooldagen van 45 gegeven; hiertegen bestaat echter dit bezwaar, dat de meisjes des namiddags dan te lang achtereen op de school banken moeten zitten terwijl het onderwijs eveneens als op de avondschool, gedurende geruimen tijd van het jaar, bij kunstlicht moet worden gegeven. Bij de hoofden dier scholen bestond dan ook het voornemen te trachten hierin verande ring te brengen. Op een paar scholen is de rooster zóó ingerichtdat de meisjes vóór het onderwijs in handwerken eene gymnastiek les hebben; hiervan worden gunstige resultaten voor hunne lust en opgewektheid ondervonden. In de meeste scholen wordt het alleen in de hoogere klassen alle klassen, uitgezonderd de laagste. Vele leerlingen vullen het op de openbare school geleerde met bijzonder onderwijs aan. Over de resultaten kan uitteraard niet gemakkelijk juist oordeel worden geveld. Aangezien de ouders echter over het algemeen niet er over klagen mag men aannemen, dat liet voldoet.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1885 | | pagina 324