f Meende de Commissie in haar vorig verslag hetgebrek aan plaatsruimte op die bewaarscholen voor een goed deel te moeten toeschrijven aan de omstandigheid, dat een groot aantal kinderen boven den zesjarigen leeftijd op die scholen verblijven, een onderzoek, ter voldoening aan het verlangen der Regeering in Februari 1885 ingesteld, bevestigde deze onderstelling. Het bleek namelijk, dat. 467 jongens en 421 meisjes, te zamen dus niet minder dan 888 kinderen of bijna 31 percent van het geheele aantalden zesjarigen leeftijd reeds hadden bereikt. Dit getal was, blijkens de achter dit verslag gevolgde tabel, letter II, op het einde van het. jaar slechts weinig verminderd. Het bedroeg toen 450 jongens en 372 meisjes in het geheel dus nog 822, of ruim 28 percent. Ook de bijzondere bewaarscholen voor zoover zij tier Commissie bekend zijn tellen nog vele leerlingen boven dien leeftijd; hoewel aanzienlijk minder dan het vorige jaar toen bedroeg het getal 371 jongens en 387 meisjes of in het geheel 758, op 1 Januari 1886 2 43 jongens en 265 meisjes of ia het geheel 508 kinderen Dat de opening van nieuwe scholen op bovenstaande cijfers vooralsnog geen grooter invloed heelt uitgeoefend mag in de eerste plaats daaraan worden toegeschreven, dat bij die opening allereerst moesten worden opgenomen de kinderen van 8 of 9 jarigen leeftijd, die tot dusver geen schoolonder wijs hadden genoten, maar ook voor een goed deel daaraan, dat vele ouders, die hunne kinderen ongaarne reeds op zoo jeugdigen leeftijd naar de lagere school zenden, doch ze evenmin thuis willen houden, ze nog eenigen tijd op de bewaarschool laten. Dit laatste verschijnsel is natuurlijk van blijvenden aard Bij besluit van Uwen Raad van 1 December 1885 werden eene nieuwe Verordening op de gemeentelijke bewaar- of voor bereidingsscholen in deze gemeente, en in verband daarmede eene op het onderwijs aan de helpsters en kweekelingen dier scholen vastgesteld. Beide verordeningen traden met 1 Januari 1886 ii werking. Eerstgenoemde, die eene van jhet jaar 1845 (18 October) dagteekenende verordening verving, had ten doel het bestuur der zeven gemeentelijke bewaarscholen dat tot dusver aan subcommissiën van 3 leden voor elke dier scholen

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1885 | | pagina 332