van In de samenstelling der Plaatselijke Commissie kwam geene verandering, daar de vijf met 31 December 1885 aftredende leden, de lieeren mr J. J. Bergsma, mr. A. F. A. Leesberg, dr. W. F. Unia Steyn Parvé, mr. II. Vreede en mr N. <1. van IJsselsteyn, in Uwe zitting van 20 October als zoo danig werden VI Toezicht op het lager onderwijs. en mr 20 October als herbenoemd. Eerstgenoemde werd door de Commissie tot haar Voorzitter, laatstgenoemde tot Penning meester herkozen. Met leedwezen nam de Commissie kennis van het bij Koninklijk Besluit van 26 Maart 1885 no. 2 aan den heer C. L. Walther, op zijn verzoek, verleend eervol ontslag als schoolopziener in het arrondissement s-Gravenhage, waardoor zij de gewaardeerde voorlichting moest missen van een man die sinds jaren de belangen van het onderwijs in de gemeente met ijver behartigde. Tot zijn opvolger werd bij Koninklijk Besluit van 22 Mei d.a.v.. no. 8, benoemd mr. W. J. Snohck Hcrgronje, tot dusver schoolopziener in het arrondissement Leiden. Van de zeven, door de Plaatselijke Commissie in 1885 ge houden vergaderingen werden vijf door den arrondissements- schoolopziener bijgewoond, waarvan drie door den nieuw op- getreden titularis. De Plaalselijke Commissie van Toezicht op hel Layer Onderwijs te 's-Gravenhage, .1. J. BERGSMA, Voorzit;ter. J. II. .1 QUARLES VAN LFFORI), Lid en Secretaris

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1885 | | pagina 334