28 1 Hoofdeli,jke omslag. De percentage van den Hoofdelijken omslag werd niet l Januari 1886 van 2 pct. gebracht op 2 Vie pct. De verhooging van dit middel, zoowel als van de opcenten op de Rijks personeele belasting, was het gevolg van de wet van 26 Juli 1885 (Staatsblad no. 1 69), waarbij de uitkeering van de 4 5 gedeelten van de opbrengst der laatst bedoelde belasting op een vast cijfer werd bepaald. Daardoor ging niet alleen voor de Gemeente verloren de jaarlijksche stijging van die belasting, maar bovendien ontstond er een tijdelijk verlies, omdat nu dadelijk de kwade posten, die na verloop van twee jaren eerst worden verrekend, van de uitkeering werden afgetrokken. (relden voor het gébruik van Gemeentegronden, enz. Tot nu toe werden voor het gebruik van Gemeentegronden gelden geheven bij belasting- verordening, voor zooveel aangaat het neder- leggen van bouwmaterialen, terwijl in andere gevallen aan de vergunning tot het gebruik van grond of' water, een zekere recognitie werd verbonden. Hoezeer het ook ons streven was om daarbij allen naar denzelfden maatstaf te doen b‘talen, zoo kon dit toch niet voorkomen, dat hier en daar wanverhouding ontstond tusschen bedragen, die voor hetzelfde doel en hetzelfde genot in vroeger tijdperk vastgesteld waren en die, welke later waren bepaald. Een vaste maatstaf, geëvenredigd aan het genot of gebruik, bij verordening vast te stellen, kwam ons ver kieselijker voor. I

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1885 | | pagina 35