24 log- en loodtoe- het waarnemen en verbete- vooral den raad Uwer geëerde medeleden Maas en Hoogen- raad dankbaar mag erkennen, verliep geruime tijd zoodat de lessen aan deze school gedurende dit jaar stilstonden. Intusschen was de noodzakelijkheid gebleken om veranderingen in genoemd Raadsbesluit aan te brengen en werd door U bepaald dat voortaan het te geven zeevaartkundig onderwijs zal strekken tot het verkrijgen van kennis: a. van de voornaamste golven, kanalen en zeeha vens in Noordelijk Europa en de voornaamste vuren en banken in de Noordzee. b van de voornaamste Nederlandsche, Engelsche en Schotsche zeegaten met hunne verkenningen, merken en diepten. c. van de wettelijke bepalingen op het uitwijken van I schepen en van de mistseinen voor zeil-, stoom-, vuur en visschersschepen en vooral van de voorschriften tegen aan varing en de jongste internationale voorschriften tot regeling van de politie der visscherij in de Noordzee d. van den vorm en het tuig van de in Noordelijk Europa meest in gebruik zijnde visschersvaartuigen en in het bijzonder der Nederlandsche met hun eigenaardig vischwantankers en touwen e. van het zeilen met verschillende winden en stroomen uiten in den Hollandsehen wal en onder Engelands of Schot- lands kusten en eilanden, het in slecht en stormweder bijlig gen of drijven achter de vleet, de voorzorgen bij het aan landen of stranden en de redmiddelen van het kompas, van het gebruik van stellen, van koersbepaling en van ren van hoogte. Bij de samenstelling van dit programma heeft vooral het streven voorgezeten om het onderwijs niet te hoog op te voeren, en het te doen beantwoorden aan de behoeften van de Scheveningsche bevolking. Het inrichten eener Zeevaart kundige school, waarvan de verordening spreekt, bleek, al thans vooralsnog, geheel overbodig te zijn. Tot leeraar in dit vak werd den 2i December door U benoemd de heer S. J. Kri.it, voormalig gezagvoerder op

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1885 | | pagina 418