±7. uiersde tuin van het belendende perceel heeft zulk eene oppervlakte, dat men daar, zoo noodiguitmuntende ge legenheid zal vinden om er teekenzalen op te richten. Voor shands vindt de Academie voldoende ruimte in de verschil lende vertrekken der ruime woning en in den in een teekenlokaal te verbouwen stal. Door den directeur der openbare werken is in overleg met den directeur en onder-direeteur der Academie een plan ontworpen tot verbinding van beide gebouwen en tot herbouwing van den staldat na enkele aangebrachte wijzi gingen de goedkeuring van den Daad van Bestuur erlangd heeft. Het spreekt van zelf dat de Raad van Bestuur niet in gebreke is geblevenonmiddellijk na den aankoop van het huis, aan het stedelijk Bestuur zijne innige erkentelijkheid van die uitmuntende uitkomst te betuigen. Niet minder warme hulde bracht de Baad aan zijn medelidden heer A P. Godon die in deze aangelegenheid zulk een gewichtig aandeel genomen heeft en als het ware de inwendige kracht is geweestdie alles gedreven en tot die gewenschte uit komst gebracht heeft. In de Raadsvergadering van 20 Maart jl. werd dit alles met dankbaarheid herdacht en bood de Raad van Bestuur den heer Godon het diploma als eere-lid aan. De Academie ziet derhalve de toekomst helder in. Zonder schroom kan zij van alle zijden leerlingen zien toestroomen want bet ontbreekt haar nu geensins aan ruimte om allen te plaatsen. Heeft weldra de verbinding van beide gebouwen plaats en is de verbouwing tot stand gekomendan zal ieder vak van onderwijs op doelmatige wijze onderwezen kunnen worden. Mocht die gezegende uitbreiding ook eenigen invloed ten goede uitoefenen op de belangstelling onzer stadgenooten in de Academie. Hoe zelden toch geniet de Academie het voorrecht van de Academie-leden de lessen te zien bezoeken en hoe gering is het aantal van hen die met eene kleine bijdrage de inrichting steunen. Dit aantal leden bestaat nu uit 21ü. In het afgeloopen leerjaar had de Academie het verlies van 17 leden te betreuren, van welke er 9 de stad

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1885 | | pagina 445