27. dit jaar door Z Exc. den Minister gevolg is gegeven aan het Bestuurdoor de benoeming F. Kerling tot lid der ex amen-com missie voor het 1885 werden meer dan het 531 vorige jaar. Van deze 531 waren 413 betalende, onder welke 56 den cursus voor het M, 0. en 9 dien in het schilderen volgden 102 namen voor rekening van Academie-leden aan de lessen deel16 onvermogende!! werden gratis toegelaten65 vrouwelijke leerlingen waren voor den cursus van Woensdag van E W. diploma M. O. Bij den aan vang van de wintercursus 1884- leerlingen ingeschreven dus wederom 22 van het vervlogen Academie-jaar ontving de Academie ten geschenkevan den heer II. P. Mutters Jr. een afgietsel in pleister van een bas-rielef in renaissancestijl waarvan het in hout gebeeldhouwd origmeel zich bevindt op het stedelijk museum van den directeur Koelman, 14 ingebonden jaargangen van het Tijdschrift Kunst en Industrie in bruikleen van den heer J. F. Metzelaareen pleister kapiteel van het Atheensch monument van Lisycrates. Met dankbaarheid zijn door den Baad van Bestuur deze blijken van belangstelling aanvaard. Evenzeer heeft de Raad met voldoening gezien dat althans van Binnenlandsche Zaken zeer billijk verzoek van den Raad van onzen hoofdleeraar Onder dankzegging voor dc goede diensten aan de Academie bewezenwerd dat eervol ontslag toegestaan en in hare plaats benoemd Mej. M. de Chauvigny de Blot, die reeds als leeraresse bij den cursus voor vrouwelijke leerlingen werkzaam was. Ook de Boetseerklasse nam bij de opening van den afge- loopen wintercursus zulk eene uitbreidingdat het voor den heer Lacomblé onmogelijk bleek haar geheel alleen te besturen. Dientengevolge werd hem van 1 October 1884 af de heer P. J. den Hertog, oud-leerling der Academie en leeraar aan de Ambachtschool, voorloopig als tijdelijk lee raar toegevoegd. In den loop

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1885 | | pagina 447