27. a 111- De cursus in ontleedkunde werd door elf leerlingen ge volgd aan den cursus in compositie en kunstgeschiedenis werd door 20 leerlingen deelgenomen de cursus in door- zichtkunde werd aan 23 leerlingen gegeven. Aan liet onderwijs in de beschrijvende meetkunde namen 29 leerlingen deel; 19 jongelingen volgden den cursus in de landmeetkunde; 81 leerlingen ontvingen onderricht in het rekenen. liet geding der leerlingen was over het algemeen voldoende. Het verzuimen van les en zonder wettige reden werd voor komen door de slipte toepassing der bepaling, om van elke afwezigheid of verzuim dadelijk aan de ouders of voogden bericht te zenden. liet personeel der leeraren gaf stof tot tevredenheid en het resultaat van den wintercursusde tentoonstelling der prijsteekeningen deed in velerlei opzicht zoowel den goeden aanleg en de ernstige studie van menig leerling als het degelijk onderwijs van den leeraar uitkomen. Verdeelt men de leerlingen naar de verschillende bachten en vakken die zij beoefenen dan blijkt dat er van de 438 mannelijke leerlingen zijn 132 Timmerlieden. 44 Ververs. 14 Bouwkundigen. 12 Metselaars. 11 Beeldhouwers. 9 Meubelmakers. 8 Koperslagers. 4 Smeden. 7 Klerken. 5 Goudsmeden 2 Onderwijzers. 190 Zonder beroep of vak. 438

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1885 | | pagina 449