5
's Gravenhage werd ook nu niet te
i
DERTIGSTE jaarlijksche verslag der Soepinrichling
voor arme Israëlieten te 's-Gravenhageover
1X84—1X85.
Met voldoening mag het Bestuur van onze Inrichting op
het afgeloopen jaar terugzien, met vertrouwen gaat het thans
de toekomst tegemoet.
Was onze vorige Secretaris bij zijne verslagen der laatste
jaren reeds telkens in de treurige noodzakelijkheid om op
de steeds mindere opbrengst der winterinschrijvingen en col
lectes de hoofdbronnen van onze inkomstente wijzen
bij den aanvang van dit jaar gaven het afsterven van enkele
milde gevers de heerschende malaise en het steeds toenemend
beroep in verschillende richting op den liefdadigheidszin
onzer stadgenootenaan ons Bestuur reden tot ernstige
bezorgdheid.
Hiervoor bestond te meer aanleiding, waar de uitgaven geen
gelijken tred hielden met de inkomsten ja eerder vermeer
derden dan verminderden door dien het personeel benoodigd
voor ecne behoorlijke vervulling van de vereischte werkzaam
heden in verhouding groote kosten na zich sleepte.
Gelukkig bleek die bezorgdheid ten aanzien van de werk
kring van onze inrichting ijdel te zijn en met een gevoelen
van dankbaarheid kan uwe Secretaris aan de vergadering
thans het dertigste jaarverslag aanbieden.
De pogingen door het Bestuur in het werk gesteld, om de
bron onzer inkomsten milder te doen vloeien werden met
den besten uitslag bekroond de onbekrompen liefdadigheid
van de ingezetenen van
vergeefs ingeroepen.
Hier mag niet onvermeld blijven die ingezetene, die niet
alleen door eene gift van hare belangstelling voor onze in-
Bijlago 31.