VERSLAG der Kamer van Koophandel en
Fabrieken nopens den staat van handel
nijverheid en scheepvaart in de gemeente
’s-Gravenhage over het jaar 1885.
Bijlage 31).
g 1. AI.GEMEENE BESCHOUWINGEN.
Hij de aanbieding van liet verslag nopens den toestand van
handel en nijverheid over 1885 kan de Kamer tot haar leed
wezen niet verklaren, dat in het algemeen van vooruitgang
met betrekking tot de bronnen van volksbestaan in deze Ge
meente sprake was.
Tot staving van die mcening wijst zij op den minder gunstigen
toestand waarin de 2 groote ijzerfabrieken hier ter stede zich
bevinden. De redenen, waai uit die teruggang moet worden
verklaard, worden in de mededeelingen van een dezer firma’s
uiteengezet. De Kamer neemt de vrijheid daarnaar te verwijzen
de mcening daarbij uiteengezet en volgens welke de tariefwetge-
vi tig, zoowel voor Nederland als voor Indië dringend herziening
behoeft, wil voor de nijverheid een beteren tijd aanbreken,
wordt ook van andere zijde met toenemende kracht voorgestaan.
De ambachtsnijverheid verkeerde niet in een toestand zooals
in andere groote gemeenten werd waargenomenwaar ge
durende den winter buitengewone maatregelen ter voorziening
in de gevolgen van werknood noodig waren doch schaarschte
van werk heerschte ook hier zoodat veelal met inspanning
en opoffering de zaken door de patroons werden gaande ge
houden. Dat hier niet tot het verleenen van buitengewone
hulp aan de werkeloozen behoefde te worden overgegaan
mag worden toegeschreven eensdeels aan den zuchten winter