39
Berg, zijn
g IV. Scheepvaart.
a. Biiinenlandsch.
van 1885 waren er in deze Gemeente 95
i meer tonnen inbond met een geza-
van 1669 scheepston. De beurtschepen
Aan het einde
vaartuigen van 10 en
menlijken tonnenmaat 1
pak- en marktschuiten van en op ’s-Gravenhage varende, meten
te zamen 2528 ton en de stoomboten, varende tusschen deze en
andere gemeenten en vice versa, hebben een gezamenlijke!! inhoud
van 869 ton. (Zie verder hieromtrent g VII). Van de 95 vaartuigen
hierboven vermeld behooren er 21 te Scheveuingen tehuis.
Van de overigen zijn 15 bewoonde liggers (2 minder dan in
1884), 6 voor het fabriekswezen, 5 voor de koolmarkt en 1
voor de houtskool. De overigen behooren aan particuliere
schippers tot aanvoer van brandstoffen, aardappelen, fruit, enz.
of aan kramers die de jaarmarkten bezoeken.
b. Builenlandsch.
Aangaande de hier ter stede gevestigde reederijen der
firma’s Huijgens en H.ardenberg, C. Jut en Co. en J.J. v. d.
ons geen bijzonderheden bekend geworden.
V. Nijverheid.
Dit verslag gaat vergezeld van de gebruikelijke tabellarische
opgaaf, aan wijzende de op 51 December 1885 in deze Ge
meente aanwezige fabrieken, die met stoom werken, het
aantal stoomwerktuigen, stoomketels en de nominale paar
denkracht.
Bij vergelijking met de tabel gevoegd bij het vorige jaarver
slag blijkt, dat stoomwerktuigen werden geplaatst in de volgende
nieuw opgerichte fabrieken, enz.: de mosterdfabriek van K. Slot,
de mineraalwater- en ijsfabriek van J. van Rode
terwijl weder twee stoomketels met eene machine tot electri-
sche verlichting geplaatst zijn in de nieuwe cellulaire gevangenis.
Verder werd uitbreiding van stoomvermogen gegeven in de
spekslagerij van E. M. S. van Santen, in de kleederbleekerij
van J. C. Roos, terwijl van de lijst wegviel de briquetten-
fabriek van J. A. van Preiin.
Ook smederijen, kuiperijen, manden- en blokmakerijen hadden
voldoende werk.