39.
het station ’s-Gravenliage gedu-
g Vlll. Samenstelling
HANDELINGEN DER KAMER.
EN
2 buiten-
I.
Tot de Tweede Kamer der Staten-Generaal
529919.87
108.055.75
58776.30
1869.50
5687.90
opbrengst van f
Wat het personeel der Kamer aangaat, werd bij Koninklijk
besluit van 8 Februari 1885 no. 7 bet getal leden met drie
vermeerderd waardoor het aantal op tien werd gebracht. Deze
beslissing was voor de Kamer het aangenaam bewijs dat door
de Regeering haar werkzaamheid op prijs werd gesteld. De
drie lieeren waarmede het ledental werd aangevuld waren de
bh. P. L. C. de Charro, II. Mulder en E. M. S. van
Santen, die in de vergadering var. April 1885 als zoodanig
werden geïnstalleerd.
In de plaats van den heer Varkevisser, die ruim 13 jaren
als lid de belangen der visscherij en scheepvaart had behar
tigd en wiens verdiensten dankbaar worden herinnerd, werd
gekozen de heer L. I. S. van Kempen.
De Kamer hield 12 gewone vergaderingen en
gewone.
Van de belangrijkste onderwerpen, die daarin behandeld
werden, volgt hieronder een beknopt overzicht.
De Kamer wendde zich
b. Te lande.
De exploitatie der Rijn en Hollandsche spoorwegdiensten
ondervond geen vertraging. Alleen omtrent den Rijnspoorweg
zijn ons eenige bijzonderheden geworden.
liet vervoer van en naar
rende 1885 was als volgt:
479,012 reizigers met een
60.059,571 KG. vrachtgoed
1.830.562 bestelgoed
11 i stuks rijtuigen
5738 vee
a. bij schrijven van 10 Februari 1885, waarbij de Kamer
haar leedwezen betuigde dat de Regeering het gevraagde
subsidie voor de Tentoonstelling te Antwerpen door de Ver-