39
ne Excellentie den Minister van Waterstaat,
Nijverheid bij schrijven dd. September 1885 om den
Minister nogmaals te wijzen op het groote belang dat Scheve-
ningen heeft bij den aanleg van een haven aldaar, naar aan
leiding van een besluit der Pruisische Regeering om een
subsidie te verleenen aan de' groote zeevisscherij, ten einde
zoo mogelijk door eigen aanvoer in de haringbehoefte te
kunnen voorzien.
IV. Aan Zijne Excellentie den Minister van Koloniën bij
schrijven dd. December 1885 in zake de levering var. helm
hoeden voor het Indische leger. Gesteund door de berichten
daaromtrent bij hoedenfabrikanten ingewonnen, wees de Kamer
tegenwoordiging geweigerd was, maar waarbij door de Kamer
tevens de hoop werd uitgesproken, dat de Staten-Generaal
terug mochten komen op dat noodlottig votum, overtuigd als
zij waren van het groote belang dat de Nederlandsche nijver
heid bij een dergelijke tentoonstelling in een naburig land had.
b. bij een adres dd. November 1885 in zake het ontwerp
van wet op den kinderarbeid, waarbij de Kamer wees op de
bezwaren, welke dit ontwerp had, inzonderheid voor de kleine
industrie en de visscherij.
II. aan Zijne Exc. den M.nister van Financiën.
a. bij schrijven dd. Maart 1885, waarin de Kamer hare
bezwaren tegen het belastingontwerp op de tabak uiteenzette
en er den Minister op wees, dat deze industrie, een van de
weinigen, die in ons vaderland nog bloeiende genoemd kan
worden, door deze belasting gevaar zou loopen in hooge mate
te worden benadeeld en dat het juist de mingegoede klassen
zouden zijn, die er het zwaarst door zouden gedrukt worden.
b. bij schrijven van Maart 1885 waarbij de Kamer den
Minister hare meening te kennen gaf' over het wetsontwerp
op het recht van zegel. Zij lichtte daarbij de bezwaren,
welke zij tegen enkele onderdeden van het ontwerp had, uit
voerig toe en zulks vooral met betrekking tot handel en
nijverheid.
lil. aan Zij
Handel en