39. a óen Minister op het nadeel dat de Nederlsndsche industrie weder had moeten ondergaan door de gunning voor de levering van 20000 helmhoeden aan een vreemden fabrikant zonder dat de Nederlandsche industrie in de gelegenheid was gesteld mede te dingen. V. Aan de Directie der Nederlandsche Bell Telephoon Maat schappij te Amsterdam, bij schrijven van December 1885, waarbij gewezen werd, dat de abonnementsprijs ad f 120 ’s jaars te bezwarend is om bet gebruik van de telephoon algemeen te doen zijn en houdende verzoek gemeld tarief te verminderen. Om verschillende redenen werden buiten gevolg gelaten het verzoek om ondersteuning van de volgende adressen aan de llegeering enz. n.l. a. het verzoek van het Ned. Werkliedenfonds tot onder steuning van zijn adres aan den Minister van Financiën om vrijdom van zegel voor de polissen zijner levensverzekering op grond van den werkkring van dit pensioenfonds; b. het verzoek van J, 11. van Loon en Zn. te Harlingen om adhaesie voor hun adres aan den Minister van Financiën be treffende den houthandel; c. het verzoek van de hh. IIl’DIG en Pieters te Rotterdam om ondersteuning van hun adres aan den Minister van Water staat tot exploitatie van een lijn naar den Hoek van Holland; d. een adres van Burgemeester en Wethouders van Katwijk tot het verkrijgen van een subsidie voor een verbeterden waterweg tusschen Katwijk en IJmuiden; e. een verzoek van de Kamer te Amersfoort betreffende de voorgedragen wijziging in de wet van 28 Juni 1881 (Stbl. No. 97) tot regeling van den kleinhandel in sterken drank. In zake de door haar mede onderzochte wetsontwerpen op den tabaksaccijns en op den kinderarbeid ontving de Kamer verschillende adressen gericht aan de Tweede Kamer of aan den betrokken Ministeraan welke zij krachtens de door haar uitgebrachte rapporten haren steun kon verleenen. Deze adressen waren zooveel het eerste wetsontwerp betreft van de Kamers te Eindhoven en Arnhem van de sigarenhandelaars te ’s Gravenhage e. a en wat het tweede ontwerp betreft

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1885 | | pagina 548