so 1352, dat der i, Hf 1’. Bij de uitbreiding welke de Gemeente in de laatste jaren heeft ondergaan, deed zich meer en meer de noodzakelijkheid gevoelen tot het splitsen van twee sedert jaren vereenigde onderstands wij ken, waarin tot dusverre de ver loskundige dienst door slechts één Gemeente vroedvrouw werd waargenomen. Gebruik makende van de bepaling, opgenomen in artikel 4 der Verordening, regelende de Ge nees- Heel- en Verloskundige hulp, die van wege de Gemeente wordt verstrekt (Verz. 1885 No. 1), besloot het Burgerlijk Armbestuur, in overleg met den Gemeenteverloskuudige, in ieder dezer wijken één Gemeentevroedvrouw met dien dienst te belasten. Als gevolg hiervan werd door ons met ingang van 1 Juli tot Gemeentevroedvrouw benoemd Mejuffrouw J. M. Deligxe, aan wie de bediening der 4e onderstands wijk werd opgedragen. Mejuffrouw M. E. Bouwman geb. Alexander, die gedurende 35 jaren te Scheveningen als Het getal zeebaden bedroeg binnenbaden SOI. Het College van regenten onderging de vol gende veranderingen Jhr. Mr. G C. J. van Keenen, die als voor zitter aftrad en verzocht had van zijne functie te worden ontheven, werd vervangen door Baron van Tuijll van Serooskeaken. In zijne plaats werd tot onder-voorzitter aangewezen de heer von Weckherlin. Tot regent werd gekozen Jhr. J. D. Six. V. GENEESKUNDIGE DIENST Uil ARMEN, VERPLEEGD IN HENNE WONINGEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1885 | | pagina 87