S3 Van de visitation in de bordeelen, die gere geld 2 maal per week gehouden worden, wordt sedert de invoering der nieuwe verordening geen aan teek ening genomen. Dr. II. F. .1. Rue, belast met het toezicht op de prostitutie, overleed den 3'" Juni. ilet toezicht werd alsnu door ons tijdelijk opgedragen aan den arts A. G. II. Muller. Het rapport, door laatstgenoemde omtrent het toezicht op de prostitutie uitgebracht, eindigt met het volgende „Slechts 3 huizen schijnen in deze Gemeente „als bordeelen te zijn ingeschreven. Het is echter „niet te ontkennen, dat er hier ter stede vele „huizen zijn, die feitelijk niet anders dan bor- „deelen kunnen genoemd worden, doch die de bepalingen daaromtrent weten te ontgaan, door »te doen voorkomen of de aldaar geïnterneerde „vrouwen, ieder voor zich afzonderlijk kamers „hebben gehuurd. Aangezien het schijnt dat de „daartoe betrekkelijke verordening die vrouwen „en ook vele andere ingeschrevenen, die zich „niet ter visitatie begeven, niet kunnen noodzaken „zich aan het reglement te houden, is het toe- zicht in alle opzichten onvolledig, terwijl, naar „hetmij voorkomt, de clandestine prostitutie steeds „grooter uitbreiding alhier begint aan te nemen. „Maatregelen hieromtrent acht ik zeer ge- „wenscht en breng dit met bescheidenheid onder „uwe aandacht.” Het doorgangshuis, toevluchtsoord voor meisjes die het zedeloos leven wenschen te verlaten, werd, tot verkrijging van meer ruimte, in Mei verplaatst naar de Hugo de Grootstraat 5. In 1885 werden in deze inrichting opgenomen 28 meisjes; 6 daarvan werden in verschillende

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1885 | | pagina 90