112 zes den In zijn verslag over 1885 had het Hoofd der school voor onvermogenden aan den Zwarteweg het voorstel gedaan, op zijne school een maandelijkschen cursus, ter vervanging van negenmaandelijkschen, in te voeren. Zoowel door den Districtsschoolopziener, als door ons College werd, in overeenstemming met de Commissie van bijstand in het beheer van het Gemeen teonderwijs en de vergadering der Hoofden van scholen, de goedkeuring aan het voorstel voor alsnog onthouden, omdat de daarvoor aange voerde gronden niet opwogen tegen de daartegen bestaande bezwaren, op grond waarvan bij reso lutie van 15/19 October 1883 een negenmaan delijkschen cursus werd voorgeschreven voor eenige scholen met acht lokalen, waaronder ook de school aan den Zwarteweg behoorde. (Reso lutie van 14/17 Mei 1886). te hebben, beslisten wij, in overeenstemming met de Commissie van bijstand in het beheer van het Gemeenteonderwijs, bij beschikking van 1/5 Maart 1886, dat. volgens art. 8 der ver ordening voor de openbare lagere scholen (verz. n°. 533), het geleiden van de leerlingen eener school naar het gymnastieklokaal eener andere school de taak is van den gymnastiekonderwij- zer, wanneer het Hoofd der school hem dat opdraagt, en dat, volgens artt. 10 en 21 der genoemde verordening, de Hoofden der scholen de leerlingen niet om achterlijkheid of als straf van de gymnastieklessen mogen terughouden, daar vrijstelling van het bijwonen dier lessen slechts door den Wethouder van onderwijs kan verleend worden.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1886 | | pagina 119