113
I
Omtrent de vergunningen, in verloop van tijd,
aan de gymnastiekonderwijzers der openbare
lagere scholen verleend tot het gebruiken van
de gymnastieklokalen voor hunne privaatlessen
was eenige onzekerheid ontstaan. Om die weg
te nemen, werd door ons College den 15den Maart
een resolutie genomen, waarbij, met intrekking
van alle vroeger ter zake gegeven vergunningen,
aan de gymnastiekonderwijzers tot wederopzeg
ging vergunning werd verleend om, voor het
geven van privaatonderwijs, op de voor elk
aangewezen uren, gebruik te maken van het
gymnastieklokaal van de school, waaraan zij werk
zaam waren, en van de daarin aanwezige gym-
nastiektoestellen, onder voorwaarde, dat de kosten
van verlichting, verwarming en schoonmaken
voor hunne rekening werden genomen en dat
aan het onderwijs in de openbar^ lagere scholen
geen hinder of stoornis werd veroorzaakt.
Voor enkele gymnastiekonderwijzers werd die
resolutie later aangevuld.
Bij resolutie van 19/22 April werd door ons
College, voor het tijdvak van 1 April 1886 tot
en met 31 Maart 1887, voor elke openbare
lagere school het aantal bepaald van de kweeke-
lingen, die toelagen uit de Gemeentekas genieten,
in twee klassen verdeeld; met dien verstande,
dat bevordering van kweekelingen der tweede
klasse tot de eerste klasse in den loop van ge
noemd tijdvak werd overgelaten aan de Hoofden
der scholen met inachtneming van de resolutie
van 17/20 Februari 1882, waarbij bepaald was,
dat leerlingen van de hoogste twee klassen der
Rijksnormaallessen tot de eerste klasse, en de
8